‘Waardigheid en trots’, wat zeggen cliënten en zorgprofessionals?
Alle positieve berichtgeving en goede bedoelingen ten spijt, maar eigenlijk wist je al vanaf het begin van het programma ‘Waardigheid en trots’ (W&T) dat het resultaat nihil zou zijn. Toegegeven, de organisatie van het programma zag er op papier prachtig uit en de intenties waren ongetwijfeld goed (zie foto).
Drie lijnen, vijf thema’s, die vervolgens opgingen in de acht thema’s van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Ik beperk me nu even tot het onderdeel Kwaliteit, om nog preciezer te zijn: het rapport ‘Aandacht voor kwaliteit’ de evaluatie van het ondersteuningsprogramma Waardigheid en Trots voor kwaliteitsverbetering in verpleeghuisorganisaties (te vinden op de website vilans) . De evaluatie van de inzet van tranchemanagers (coördinatie), strategische coaches (sturing en beleid) en primair proces coaches.
Vanaf 2015 zijn in totaal 89 organisaties (van de circa 400) gestart met W&T, 24 organisaties zijn na de intake gestopt.
Van de 65 overgebleven organisaties zijn er 36 geïncludeerd voor het onderzoek, waarvan 12 zijn geselecteerd voor verdiepende interviews. De selectie van geïnterviewden is gemaakt in afstemming met de bestuurder of projectleider en er zijn in 27 interviews uiteindelijk 43 betrokkenen in de organisaties geïnterviewd. Aangevuld met de informatie van 3 tranchemanagers.
De verdeling van de functies van betrokkenen is als volgt:
6 bestuurders
16 beleidsniveau
7 uitvoerend niveau
3 tranchemanagers
8 strategisch coaches
6 primair proces coaches
Het conclusie van het onderzoek: Het blijkt dat het programma W&T grote meerwaarde heeft gehad voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg in verpleeghuisorganisaties met urgente kwaliteitsproblemen (maar natuurlijk moet er meer onderzoek worden gedaan)
Wat valt op?
Mag de conclusie ‘Grote meerwaarde voor de kwaliteit van zorg’ wel getrokken worden op basis van dit onderzoek? Een heel ingewikkeld rood/oranje/groen-scoren, gesprekken waarin die kleuren nog wel eens naar boven werden bijgesteld (bron: meerdere betrokkenen) en een selectief gebruik maken van deelnemers aan de interviews zetten mij wel aan het denken.
Wat zijn de belangen voor de betrokkenen? De bestuurders willen positieve resultaten laten zien, hoe objectief zijn zij? De bestuurders bepalen mede de selectie van de overige betrokkenen in de organisaties, hoe objectief durven zij (nog) te zijn? 7 van de 46 betrokkenen werken op uitvoerend niveau, de plek waar de kwaliteit wérkelijk vorm gegeven wordt. Is dat niet een erg klein deel en hoe objectief durven zij (nog) te zijn? 17 geïnterviewden waren onderdeel van het programma zelf, zouden deze geïnterviewden dat programma (en hun eigen werk/inkomsten) wel tot discussie durven te stellen?
Tot slot mijn grootste opvallende punt: waar zijn de cliënten en/of hun vertegenwoordigers in dit hele onderzoek? Zijn niet juist zij degene die kunnen vertellen en bepalen wat zij vinden van de kwaliteit?
